|
||||||||
Best wel een apart en indrukwekkend verhaal, dat van de nog altijd piepjonge Maya Rae Evan: het meisje uit Vancouver zingt al sinds haar twaalfde op redelijk professionele basis en ze doorliep het hele circuit waar anderen op hun twintigste aan beginnen, toen ze nauwelijks een puber was. Ze ging voor het eerst een plaat vol klassieke popsongs -plus twee eigen nummers- opnemen toen ze vijftien was en vandaag, op haar achttiende, is er de eerste plaat vol eigen werk. Dat een grootheid als Steve Dawson, die toch betrokken is en was bij ongeveer alles wat aan Canadese rootsy stuff de moeite van het beluisteren waard is, onmiddellijk een week in zijn agenda vrijmaakte om deze plaat met de jonge zangeres op te nemen in zijn studio in Nashville, zegt eigenlijk gevoen. Dawson is erg druk gesolliciteerd en hoeft zich dus niet met achttienjarige meisjes in te laten, tenzij hij iets bijzonders hoort in de demo’s die zo’n meisjes hem sturen. Het was kennelijk zo dat een en ander verliep en het gevolg was dat Maya Rae naar Nashville vloog en daar, in Dawson’s Black Hen Studio, een groep jonge rasmuzikanten aantrof, die in de tussentijd door Dawson gerekruteerd waren om de elf songs van deze plaat met haar in te spelen. Dat gebeurde allemaal in een bijzonder creatieve sfeer, waarbij de nadruk op spontaniteit lag. Gevolg: in minder dan een week en met slechts één keer een zangpartij die moest her-opgenomen worden, ligt hier vandaag een plaat van een heel bijzonder kaliber. Elf songs, geschreven met broer en zielsverwant Gabriel, handelen over dingen waar achttienjarigen mee bezig zijn: hoe zie ik eruit? Hoe zie jij mij? Hoe moet ik me gedragen? Welke houding moet ik aannemen? Wat moet ik eigenlijk voelen? Dat soort dingen: als achttienjarige ligt enerzijds de wereld aan je voeten en anderzijds voel je haast permanent zo verdomd onzeker over alles en nog wat. Je maakt veel dingen voor het eerst mee en je voelt dat die dingen met je doen, maar je beschikt niet vanzelf over het vocabularium om die te benoemen. In die zin is dit een autobiografische plaat: de titelsong handelt bijvoorbeeld over de keuze die de zangeres maakte om de maskers, die we allemaal dragen, af te leggen en niet langer bang te zijn voor haar ware zelf. “New for Me” handelt dan weer over het overweldigende van een eerste verliefdheid en de ontreddering, die dat meebrengt bij een adolescent, die niet weet wat ze moet aanvangen met de gevoelens, die maar al te manifest aanwezig zijn en die je leven danig gaan beheersen. “Moon Girl” handelt dan weer over een vriendin die de weg kwijtgeraakt is en die constant de verkeerde beslissingen neemt. Vriendschappen komen in zo’n situaties onder druk te staan en wat dat met (jonge) mensen aanricht, dat is precies waarover Maya Rae het heeft in deze kroniek uit het leven van een gewone jonge vrouw. Aan de muzikale kant is er niet alleen de rist topmuzikanten -Kai Welch, Jamie Dick, John Estes, Steve Dawson zelf…maar ook valt het prachtige backing zangwerk op van JT Nero en Allison Russell, alias Birds of Chicago, die we rond deze tijd in ons land hadden moeten zien en die hier de hele plaat lang de perfecte ondersteuning leveren voor de zang van Maya Rae, die van zichzelf een geweldige zangeres is, die ooit een meesterwerk zal maken. Dat is deze plaat nog niet: daarvoor mist de stem nog een tikkeltje maturiteit, wat grove korrel en gruis, een beetje kilometers op de teller van Het Leven, maar dat is dan ook het enige wat ik erop aan te merken heb. Als songschrijver is Maya Rae de helft van een straf duo, als zangeres is ze enorm sterk met het vermogen om tussen genres te pendelen en aan te tonen dat ze heel veel aankan. Dat is niet zomaar intrigerend, het is simpelweg de voorbode van iets dat de komende jaren werkelijkheid gaat worden. Als ik zie dat Maya Rae vanaf haar dertiende al meewerkte aan benefietconcerten voor slachtoffers van aardbevingen in Nepal, daklozen, Syrische vluchtelingen, campagnes tegen pesten of voor de uitbouw van jazzopleidingen dat wéét ik gewoon dat deze jonge vrouw niet zal bezwijken onder de aandacht die deze heel mooie plaat ongetwijfeld zal meebrengen en dan, beste lezer, dàn gaan we, bij de volgende plaat, eens wat horen. Nu zou ik bij een heel verdiende viersterren-score blijven, maar gelukkig werken we hier niet met sterren… (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||